Dacht ik dat er na Antwerpen meer lucht zou zijn, in de praktijk valt dat vies tegen. Het is heerlijk om vrijdag een rustdag bij mijn vriendin te hebben. Ik ben even geen pelgrim, maar gewoon op bezoek. ’s Middags slaap ik en dat doet me goed. Als de zon even schijnt zit ik in de tuin.

De volgende dag naar Wuustwezel is een korte etappe, en toch loopt het moeizaam. Tijdens de koffiepauze lees ik een blog van de wandeltraining die ik gevolgd heb. Het gaat over opgeven. Dat opgeven bij signalen van uitputting een moedige beslissing is en het goed voor jezelf zorgen betekent. Om juist nu ik zo uitgeput ben zo’n mail in mijn inbox te vinden is wel heel bizar. Met de eindstreep in zicht denken over stoppen, vind ik zo’n lastig dilemma. Toch wil ik deze tocht niet op wilskracht uitlopen. Opmerkingen van volgers als ‘Nog even doorzetten’, en ‘Je kunt het’ of een emoticon met spierballen zijn lief bedoeld. Alleen zo werkt het niet als je sarcoïdose hebt.

Ik ben in ieder geval heel blij dat ik de slaapzak en handdoek in Schoten heb achtergelaten, dat scheelt weer achthonderd gram. En ik ben aan het onderzoeken of ik nog een rustdag kan inplannen. Ik wil zo graag lopend in Harderwijk aankomen, en niet met de trein. Elf jaar geleden had ik in de eindfase ook een flinke dip, en kwam daarna weer in een nieuwe energie.

Zondag bereik ik Nederland. Het is dan nog zo’n 150 kilometer naar huis, alleen weet ik niet hoe ik daar moet komen zonder mijn grenzen over te gaan. Het idee dat ik bij twee van onze drie dochters in Nieuwegein en Amersfoort ga logeren en de kleinkinderen weer zal zien houdt me op de been. De weg naar huis is vanaf nu in ieder geval de kortste weg en niet de officiële Camino.

In Breda krijg ik van mijn gastvrouw acupunctuur en massage behandeling. Het is verrassend hoe ik daarvan opknap. Ze ziet in een oogopslag dat mijn lijf uitgeput is. Tegelijkertijd maakte ze uit mijn polsslag op hoe goed mijn conditie is. Dat zijn dus twee totaal verschillende dingen. En ik denk dat hierin ook het verschil zit tussen met en zonder sarcoïdose op pad zijn. Ze constateert ook dat er stress is. Ik vermoed dat die samenhangt met het dilemma waarin ik nu zit. Luisteren naar de signalen van mijn lijf en dat rust gunnen, of zelfs stoppen. Of kan ik onderweg goed genoeg voor mezelf zorgen en de komende dagen gaandeweg weer op krachten komen?

Vanaf Breda kom ik steeds vaker op bekend terrein. Het oversteken van de grote rivieren geeft me echt het gevoel dat het opschiet. Door vaker en langer te pauzeren bereik ik in redelijke conditie Gorinchem. Vandaag naar Nieuwegein loopt het weer moeizaam, en 26 kilometer is echt niet haalbaar. Daarom besluit ik een stuk met de bus te doen. Zo heb ik een vrije middag. Ik heb geprobeerd de etappe van morgen naar Zeist op te splitsen. Een slaapplek vinden in Utrecht is geen probleem, het verzetten van de slaapplek in Zeist wel. De enige optie is nu om Utrecht links te laten liggen. Verder laat ik hier alles achter wat ik niet meer nodig heb. En misschien zijn er de komende dagen nog meer busritjes nodig. Zo hoop ik hink stap sprong de eindstreep te halen