Dit mag je wel een mijlpaal noemen: vandaag heb ik Tours bereikt, en het gaat me nog steeds goed. Ik heb nu echt het gevoel dat ik het zuiden heb verlaten en in Midden-Frankrijk ben. Er zijn geen Romaanse kerkjes meer, en langzaamaan zijn er steeds minder huizen in natuursteen met lichtblauwe of grijze luiken. Het is hier duidelijk dichter bevolkt, aan de horizon is altijd bebouwing te zien. Tot vandaag heb ik door de velden en akkers gelopen, voor het grootste deel over onverharde paden. Het is merkbaar dat het seizoen vordert. Al het hooi is van het land en de laatste dagen zie ik steeds meer akkers waar het graan al geoogst is. De kale velden met strostoppels zijn een stuk ongezelliger dan het golvende graan. Ik ben eerlijk gezegd wel toe aan een verandering in het landschap. Van alles wat anders is dan graan leef ik op. De laatste dagen waren dat vooral de zonnebloemen die met dit warme weer langzaam in bloei komen. Ze maken me blij en op twee dagen dat ik slecht had geslapen en ik liep te sjokken met mijn rugzak waren de bloemen met kun stevige stengel een metafoor om rechterop te lopen. Ik hoopte nog een heel veld in bloei te zien, maar nu ik noordelijker kom heb ik zelfs helemaal geen zonnebloemen meer in bloei gezien.

De route naar Tours vandaag is verrassend mooi langs de rivier de Cher. Ik heb de hele middag om de stad te verkennen. Eerst bezoek ik de Maartensbasiliek. In de crypte staat de tombe van Sint Maarten. De crypte is vol met inscripties van mensen of groepen die een pelgrimstocht hiernaartoe gemaakt hebben. Daarna loop ik door naar de kathedraal. Op een bankje ervoor tref ik een Belgische pelgrim. Hij maakt – inmiddels voor de vijfde keer – een pelgrimstocht vanuit huis naar Santiago en weer terug. Dit keer is hij in Tours gestrand, heeft er drie weken in het ziekenhuis gelegen, is gisteren ontslagen en wacht tot een vriend hem overmorgen komt halen. Hij kan geen stap verzetten, heeft geen geld meer en slaapt in het portaal van de kathedraal. Wat een beekdal, het zal je maar overkomen. Ik besluit een Thaise warme maaltijd voor ons beide te halen. Als het eten op is en het Rode Kruis komt om hem te verzorgen ga ik terug naar mijn toch wel luxe pelgrimsonderkomen.

Vanaf morgen loop ik langs de Loire, daar verheug ik me op. Het traject daarna tot Parijs wordt spannend omdat er weinig overnachtingsmogelijkheden en winkels zijn na Orléans. In de grove planning die ik op basis van mijn lijst heb gemaakt zaten etappes van boven de dertig kilometer. Dat baarde me zorgen. Met hulp van de Miam Miam Dodo, de gids die me heel wat extra slaapplekken opleverde, kon ik een voor mij behapbare planning maken. Dat gaf rust. Aan de andere kant kreeg ik de zenuwen van de verhalen van pelgrims die stukken met de trein deden omdat er geen slaapplaatsen waren, of zeiden dat je een week tevoren moet reserveren omdat herbergen kleiner zijn en er in juli veel studenten op pad gaan. Ik heb er een paar nachten slecht van geslapen. Inmiddels vertrouw ik erop dat de planning zich ook voor dit traject met hulp van de tegenliggers zal verfijnen. En inderdaad met de eerste tips heb ik de overnachtingen tot en met het weekeind al kunnen reserveren.

Dus koers ik vanaf morgen vol vertrouwen aan op Parijs.


Tot een volgende blog! Groet Ange


Wil je geïnformeerd worden als die verschijnt, schrijf je dan in via https://www.klankenruimte.nl/innerlijk-pelgrimeren/

Korte dagelijkse berichten en foto’s kun je lezen op Polarsteps: https://www.polarsteps.com/AngevanOmmen/6470904-pelgrimstocht-2023

Als je mijn tocht wil sponsoren kan dat via deze link: https://www.klankenruimte.nl/innerlijk-pelgrimeren/